Maandag Rustdag

Later arriveren is soms een beetje raar. Je komt in een bestaande dynamiek, die je wel een beetje kent, maar toch niet helemaal kunt niet aanvoelen omdat je nog fris en fruitig bent. De andere hebben er al aardig wat kilometers opzitten. Er is dus wel animo om ‘s ochtends op pad te gaan, en evenals voorgaande jaren is niet iedereen erg happig op een rondje hardlopen voor het ontbijt. Dat hoeft natuurlijk ook niet. Er zijn er altijd wel een paar die wel willen lopen.

Deze ochtend zijn het er vier: Joop, Jorn, Ellis en ik. Vlak voor we de poort uitlopen, komt de vraag of iemand een route heeft bedacht. “Doe maar linksaf”. Alsof ik de weg weet. Nu heb ik wel de avond ervoor een kort onderzoek op Google maps verricht, maar de praktijk leert dat het toch altijd best lastig is om een twee dimensonaal kaartje te vertalen naar het drie dimensionale beeld van de werkelijkheid. Bovendien is het de bedoeling om een klein paadje te volgen langs de flank van de Bonany – dus niet naar de top te gaan; dat heb ik gisteren met Jorn al gedaan.

“Weet je zeker dat dit goed gaat?”…. Nou nee, maar uiteraard bevestig ik deze vraag. En inderdaad vinden we de juiste weg, een klein grintpad, twee sporen breed, dat nog wel even wat omhoog gaat, maar lang niet zo hoog als de top. Eigenlijk loopt het wel erg lekker. Het is mooi. We kijken uit over het dal, waar een dikke wolk hangt. Inderdaad, rondom het huisje – dat iets hoger ligt – is het mistig. Een mooi gezicht, als je zelf lekker in de zon loopt. De afdaling is lang, verhard, loopt heel lekker en loopt door tot in de mist. Die trekt eigenlijk in de laatste kilometers steeds verder op, ook omdat we weer iets klimmen. Na precies 75 minuten zijn we terug.

De plannen voor de middag zijn veranderd ten opzichte van het schema, dat eigenlijk al veranderd was, want gisteren hebben we een lange duurloop gedaan in plaats van de heuvel training. Vandaag dan dus de heuveltraining, maar er is weinig animo voor een tweede training bij de meesten. Een bezoekje aan Palma is meer aanlokkelijk. Maar ja, voor mij ligt dat anders, ik ben er net en zie het nog wel zitten om een rondje te lopen, of zelfs een heuveltraining te doen. Joop gaat ook lopen en Johan besluit ook mee te gaan. Wel in de onwetendheid dat Joop en ik een route uitgezet hebben van niet zo’n 15 kilometer, maar 22 kilometer. Het is niet helemaal een heuveltraining, want morgen gaan we intervallen doen op de baan, maar we zoeken bewust wel een paar hellingen op. Waaronder – tsja, ach, waarom ook niet; Joop is er nog niet geweest – de klim naar het klooster Bonany. De 2.2 kilometer met een gemiddeld hellingspercentage van 7.3%. Herman en Marije fietsen mee.

Anders dan gister met Jorn beginnen we eerder aan die klim en hebben de benen al een beetje getest op de eerdere veel kortere klimmetje, door daartegenop steeds toch iets te (proberen te) versnellen. De lange klim herken ik later goed terug in de data van die mijn Garmin horloge verzameld heeft: een plateau in de cadans. 186 stappen per minuut, ondanks het iets varierende stijgingspercentage. Of het beter gaat dan gisteren kan ik tijdens het klimmen moeilijk beoordelen, maar de kilometer tijd is nu net onder de 5 minuten per kilometer, terwijl ik gisteren een kilometertijd van iets boven de 5 minuten per kilometer noteerde.

Joop en Johan arriveren een voor een iets later en we nemen rustig de tijd om te genieten van het uitzicht (en om op adem te komen) voor we aan de afdaling beginnen. We hebben bedacht ergens halverwege de helling af te slaan. Waar die weg is, is met niet helemaal duidelijk, maar net als vanochtend vinden we het pad. Nu was het toch echt dankzij het horloge van Joop waar de uitgezette route ingeladen is. Dit is een echt klein hike pad. Minder voor de fietsers, maar ook het afdalen gaat voor ons lopers voorzichtig. Na enige tijd komen we echter weer op iets dat voor een weg door kan gaan. Aan het eind een klein stukje grotere weg, en later hebben we nog een enkel klein stukje grotere weg, maar verder lopen we op smalle weggetjes, licht glooiend, amper verkeer. Het is heerlijk lopen in de zon die inmiddels weer lekker schijnt. Zo nu en dan lopen Joop en ik een stukje terug naar Johan – die niet alleen langer loopt dan hij gedacht had te zullen lopen, maar ook in een stevig tempo loopt. Soms versnel ik zelf ook een stukje: even aanzetten op een helling en dan nog even het tempo aantrekken en volhouden. Het loopt zoveel beter dan de laatste trainingen in Nederland. Komt het door het weer? Komt het door de vrije tijd tussen het lopen door? Komt het door het ‘s middags in plaats van ‘s ochtends vroeg lopen? Geen idee. De laatste hellingen zijn evenwel toch wel pittig – we hadden nog even wat kleine nabrandertjes in de route gezet. Dat waren we zelf alweer vergeten.

Terwijl we in het zwembad de benen verkoeling staan te geven, ziet Johan dat ik sneller de Bonany opgegaan ben dan Jorn gisteren. Inderdaad ben ik volgens de Strava statistieken 5 seconden sneller boven gekomen dan Jorn gisteren. Palma was natuurlijk wel aantrekkelijk, maar nu is ie wel z’n net verworven segment kwijt. Want inderdaad: volgens Strava heeft nog nooit iemand dat segment zo snel afgelegd. Wel moet gezegd worden dat er meerdere segmenten zijn op dezelfde route zijn, maar dat is een detail.

De avond vult zich met koken voor een weeshuis en verder lekker relaxen. Heerlijk die vakantie. Morgen weer een herstelrondje in de ochtend en dan in de tweede helft van de middag de baantraining.