De Eerste Dag

Het eerste licht schijnt rond zeven uur door het gordijnloze raam. Tijd om op te staan voor mij. Marije blijft nog lekker liggen. Het was geen lange nacht, maar om een of andere reden voel ik me wel uitgerust en klaar om lekker te gaan lopen. Joop heeft toegezegd wel mee te gaan om me een mooie route te laten zien. Dat is fijn, ook omdat de zekerheid dat ik het huisje terugvind dan iets groter is.

Het is mooi weer, de zon geeft al vanaf opkomst een lekker warmte. Lopen in korte broek en T-shirt om half acht in de ochtend. Daar waren we aan toe. De route is niet alleen mooi – kleine weggetjes, maar wel van prima kwaliteit, mooi omgeving – maar ook slechts licht heuvelachtig. Vorig jaar waren de hellingen alleen maar steil. Hier glooit het meer. Het loopt prima. Na 75 minuten en een stuk wijzer als het gaat om de orientatie en belangrijke landmarks om het huis terug te kunnen vinden als ik nog eens alleen op pad ga, komen we terug bij het huis. Douchen, ontbijten, krantje lezen. Een deel van de groep gaat nu aan een lange duurloop van twee uur beginnen. Joop gaat meteen weer mee, maar ik ga samen met Jorn na de lunch op pad.

Jorn loopt iets harder dan Joop en dus zit het tempo er al meteen vrij goed in. In plaats van 4:45-5:00, lopen we rond de 4:30. Dat is pittig, maar het gaat verbazingwekkend makkelijk. De route werkt ook wel mee: een enkel hellinkje, maar verder redelijk vlak. De zon doet zijn werk goed, maar het is zeker niet te warm om te lopen. De route gaat ook in oostelijke richting, maar iets zuidelijker dan vanochtend. Na zo’n 35 minuten, waarin we vooral licht gedaald hebben, mogen we ineens een steile helling op, waarin we rap 70 meter klimmen. Toch nog wel een klimmetje dus.

Het was echter aangekondigd en het uitzicht is ook de moeite van de klim waard. Daarna is het even vlak en dalen we weer af richting het stadje Petra. Vandaar gaan we omhoog, door het stadje en besluiten, omdat we toch pas halverwege zijn, naar het klooster te lopen. Dat is het klooster dat als een markeringspunt van verre zichtbaar is. We stijgen van ongeveer 90 meter naar 296 meter boven zee niveau. Het is een mooie klim, geliefd bij wielrenners, die in grote getale langs ons komen of afdalen. Jorn doet nog een poging om een stel fietser bij te houden, maar ik blijf bij Herman (of beter: omgekeerd) die ons de hele tijd met ons mee fietst. De fietser gaan uiteindelijk iets te snel voor Jorn, maar Jorn weer iets te snel voor mij. Maar dan weer niet voor een fietser die ik kort nadat Jorn haar ingehaald heeft ook inhaal: “Ach nein, noch einer!”. Duidelijke frustratie dat ze door hardlopers ingehaald wordt…

In de afdaling haalt ze ons – samen met partner – weer in, ondanks onze maximum snelheid vam 3:42 min/km: het rolt lekker. Met nog een klein rondje door Petra maken we de twee uur vol, waarin we net iets meer dan 26 kilometer lopen. Niet gek. Het water van het zwembad is heerlijk koud, de zon heerlijk warm. Hier kunnen we het wel een week uithouden…