Oef, weg hier! Te Anau is echt een geweldige plek om vandaar uit een heleboel moois te zien en ondernemen. Locatie super, maar de accommodatie is laten we zeggen niet meer onze stijl. Het is echt niet onoverkomelijk om gebruik te maken van gemeenschappelijke ruimtes, zoals een keuken en een eet- annex huiskamer – zeker deze niet, want alles is op zich prima voor elkaar. Bolle pannen heb je overal, maar hier is de staat verder prima en werkt ook alle apparatuur. Toiletten en douches zijn eveneens prima – schoon, voldoende ruim. Leuk als je jong (rond de 20-25 jaar) bent en behoefte hebt aan sociale contacten.
Vooral ikzelf merk dat ik die behoefte niet zo heb. Ik las in de New Scientist dat door de Corona lock-downs mensen minder sociaal zijn geworden. Daar werd niet mee bedoeld dat er meer anoniem gescholden wordt op sociale media en openlijk de boel vernield wordt, maar dat mensen meer op zich zelf zijn, minder het huis uit gaan, vaker wel ergens voor aanmelden maar niet op komen draven. Een zweem van herkenning. Zelf ben ik he-le-maal klaar met online onderwijs. Sterker nog, voor de Corona lockdowns was mijn vertrouwen in blended-learning groter dan dat het nu is. Wat we aan onderscheidend onderwijs te bieden hebben op de Universiteit Twente is nu juist het onderwijs waarbij docent en student zich fysiek in dezelfde ruimte bevinden.
Tegelijkertijd is er een tegenkracht, of tegenstroming die meer richting dat a-sociale gaat. Heeft het nu alleen met wat ouder worden te maken dat ik dat geneuzel in een keuken waar anderen ook hun prakkie aan het maken zijn eigenlijk maar niets vind? De eerstee dag hoor ik Nederlands en dat is des te meer een reden om weinig te zeggen. Marije heeft snel contact met die mensen, want die groet überhaupt iedereen als ze de gezamenlijke ruimte binnenkomt. Het levert ons dan wel weer wat pesto en kipfilet op.
Maar goed, vandaag verlaten we Te Anau. We hebben ongeveer 5 uur te vullen omdat we rond 15:00 bij onze volgende bestemming terecht kunnen. Dat is in Wanaka, een kleine drie uur rijden. De route is fantastisch. Het eerste deel is relatief vlak, licht glooiend. Bijna het type landschap dat we ook van Denemarken kennen, maar dan met op de achtergrond echte bergen. Die komen steeds dichterbij. De vriendelijkheid van het landschap wordt langzaamaan scherper als de bergen ons geleidelijk insluiten en we geleidelijk aan klimmen.
In Athol stoppen we voor een kop koffie / chocolademelk bij een klein cafeetje, dat ook dienst lijkt te doen als marginaal supermarktje. Buiten hebben een aantal locals wat koopwaar uitgestald, wat varieert van zoete broodjes, zelf gemaakte honing, zelf gemaakte pantoffels van possum, meringo of konijn(!), tot werkelijk alle oude meuk die iemand in zijn schuur kon vinden: een verroeste schop, een tripod, een lege Grolsch beugel inclusief tenminste 10 jaar stof. Je vraagt je af waar die mensen van leven.
Niet al te lang daarna komen we aan bij de zuidelijke punt van Lake Wakatipu – het meer waar, een stuk verder noordelijk, Queenstown aan gelegen is. We stoppen voor een foto, maar dit soort beelden zijn zo lastig in een foto te vangen. De uitgestrektheid, grootsheid in de meest letterlijke zin, de massiefheid – het komt allemaal niet over op een platgeslagen foto. De weg voert langs het meer, en net als bijna 8 jaar geleden lunchen we vlak voor we bij Frankton aankomen, wat zeg maar de voorstad van Queenstown is en waar niet alleen Queenstown Airport gelegen is, maar ook het winkelcentrum met een grote Countdown supermarkt. Als echte Nederlanders hebben we een kortingskaart van deze supermarkt – een nieuwe, want die uit 2016 werkte kennelijk niet meer. We stoppen hier om kerstinkopen te doen – net als vele anderen op dit moment aan het doen zijn. Eten voor morgen, maar ook wijn. Morgen kan dat niet meer, dan mag er nergens alcohol verkocht worden, ook niet in de weinige uitspanningen die überhaupt morgen op zijn. Kerst wordt thuis gevierd en is naast Pasen een van de weinige dagen dat alles dicht is hier. En wij willen natuurlijk niet alleen een lekker Kerstdiner, maar ook een goed wijntje erbij. Wat ook niet veranderd is sinds 2016 is dat supervisor de aankoop van alcohol moet goedkeuren en dan dus door de cassière opgeroepen moeten worden. Ondanks de drukte in de winkel gaat dat redelijk snel, maar het kan, zo weten we uit ervaring, best lang duren. Men heeft hier niet altijd zoveel haast als in Nederland, want je hoort daar niemand over klagen.
De weg naar Wanaka voert eerst door een vallei waarbij ik alleen op het woord “lush” – moet ik nu echt Google translate erbij pakken om een mooi Nederlands woord hiervoor te verzinnen? Halverwege slaan we af en stijgen snel via een bochtige weg, met ook series haarspeldbochten. Niet bepaald Marije’s favoriete weg, wat ik me ergens wel voor kan stellen. Het is ontzettend mooi rijden, maar je kijkt ook wel erg de diepte in. De afdaling naar Wanaka is makkelijker en prettiger: Dit is een V-dal, dus aan beide kanten van de weg gaat het land omhoog – je bent ingesloten, er is geen lege kant naast de weg. Aan het eind open de vallei zich en arriveren we in Wanaka. Een mooie studie is ons verblijf voor de komende dagen.
De gastvrouw is ontzettend aardig en geeft ons nog wat tips, maar eigenlijk geeft deze plek al meteen een erg prettig gevoel. Hier kunnen we prima de kerstdagen doorbrengen.