Naar Motueka

Na een korte nacht is het tijd om Greymouth te verlaten. We hebben een redelijk lange reis voor de boeg, naar Motueka, dat aan de rand van het Abel Tasman national park ligt, maar we nemen niet de kortste route, want we willen nog een keer naar de Pancake Rocks, bij Punakaiki. We volgen dus nog even de kust voor we landinwaarts keren.

Vlak voor ik de koffers in de auto wil zetten stort er nog even een bak regen neer, maar ook van de regen nemen we afscheid. De lucht klaart snel op en het blauw verdwijnt eigenlijk niet meer. Pancake Rocks ligt een kilometer of 40 boven Greymouth, dus dat is ruim een half uur rijden. De weg volgt de kustlijn strak – slechts zelden rijden we meer dan enkele meters van de waterlijn, maar daar waar de afstand tussen weg en water in horizontal richting het kleinst is, lijkt het in verticale richting juist het grootst te zijn. Uiteraard is de weg ook niet bepaald recht.

We hebben de Pancake Rocks ook al in 2016 gezien, maar toen was het regenachtig en onstuimig weer. Deze keer is het een stuk rustiger en waarschijnlijk is het ook lager water dan in 2016. Een getijde tabel is niet beschikbaar, maar dan nog weten we niet hoe het wat dat betreft in 2016 was. Ondanks dat het minder indrukwekkend is dan het destijds was, is het nog steeds indrukwekkend. De golven zijn hoger dan we elders langs de kusten van het Zuid Eiland gezien hebben en ze beuken krachtig tegen de rotsen. Uiteindelijk zal het water winnen, maar nu lijkt het water aan de verliezende kant; steeds wordt het harder terug geworpen, met meer snelheid en meer geweld dan dat het tegen de rotsen aan klettert, wat gepaard gaat me doffe dreunen.

De weg slingert nog een 40 kilometer langs de kust voor we de Buller Gorge. Ongetwijfeld zal ook deze kloof wel enige relatie hebben met de gletsjers die ooit de aarde bedekten, maar het is een volledig ander landschap dan de gletsjer vallei, afgewisseld met de kleinere en grotere passen over de heuvels en bergen die deze valleien afwisselen. De nog steeds steile hellingen, begroeid met bomen, staan dicht om ons heen, wat een welhaast claustrofobisch gevoel geeft. Hoe verder we landinwaarts komen, hoe smaller het dal. De weg kronkelt met de rivier mee, waarbij het soms erg weinig ruimte krijgt en er slechts een enkelbaans weg ligt, wat hier met verkeerslichten in goede banen geleid wordt.

We komen slechts door een enkel plaatsje. Marije heeft wat last van haar darmen, dus ik stop in dat plaatsje. Ook zo iets dat in New Zealand goed geregeld is: openbare toiletten. Ze zijn er vaak en ze zijn ook schoon. Als je op een plek (ver) buiten de bewoonde wereld bent, zoals de plek waar we in de brandende zon van onze lunch genoten, dan is het wel een toilet met een beerput, wat uiteraard en onvermijdelijk wel een bepaald geur pallet met zich meebrengt, maar in de nederzettingen zijn het echte toiletten en voor beide type geldt dat ze altijd wel schoon zijn. Maar goed, ik ben dus gestopt, want Marije is toch ook wel een beetje stil geworden. Er is gewoon ook even niet zoveel te zeggen, zegt ze. Even later, midden in een zin van een verhaal of een gesprek, wat het ook was: “ik voel me inderdaad veel beter nu”. Tsja, we zijn al een paar jaar samen en dan merk je wel een beetje of het goed gaat met de ander of niet.

Tegen het einde van de reis, verlaten we Highway 6, die we al vanaf iets vóór Queenstown, op weg van Te Anau naar Wanaka volgen en slaan de Motueka Valley Highway in. Het zal inmiddels duidelijk zijn dat het begrip “highway” een andere interpretatie heeft dan het in Nederland zou hebben. De Motueka Valley Highway is een 80 kilometer weg, met stukken die in Nederland ook makkelijk tot 60 kilometer weg gedegradeerd kunnen worden. Je mag er grotendeels 100 kilometer per uur. Je mag dat proberen.

Het dal is lichter, breder, omringt door lagere heuvels. Aan weerszijden wordt hop verbouwd, afgewisseld met een enkele wijngaard. Motueka ligt aan de kust, maar het duurt lang voordat het dal zich daadwerkelijk opent en we op de vlakte rijden waar Motueka ligt. Zonder moeite vinden we het stulpje waar we de komende dagen zullen verblijven. Om de benen te strekken, lopen we langs het strand naar de supermarkt. De lucht is wolkenloos en het zeewater kleurt diep blauw – het is ontzettend mooi hier.

Het was een lange dag, en het waren lange dagen met veel reizen, en ook veel indrukken. Fijn om hier een paar dagen te zijn en even niet zo veel te hoeven. Je zal met een busreis mee zijn en ongeveer elke dag door moeten. Morgen hebben we niets gepland en dat is een heerlijk gevoel. Vakantie is ook geen wekker hoeven zetten.