Fox Glacier

Het warme avondlicht van de zon de vult de brede gletsjer vallei, laat de rivier die zich kabbelend een weg baant door het weelderige groen, diep blauw van kleur fonkelen alsof het in stille tevredenheid geniet van het leven om zich heen. Tien- tot vijftienduizend jaar geleden drukte een massieve ijsmassa op deze grond, schoof het bergen ter zijde, schraapte stenen los uit de bodem en stroomde met overweldigende kracht en traagheid richting de Tasman zee, die haar naam nog lang niet had en pas kilometers verder westwaarts dan nu haar kustlijn had. In oostelijke richting liggen de restanten verscholen van deze mastodonten, geslonken tot marginale grootte.

We zijn weer terug in Greymouth, waar we gisteren van uit Franz Josef naar toe waren gereden en waarvandaan we vanochtend vertrokken. De weersverwachting was bar en boos, maar het is droog als we om 08:00 in de ochtend wegrijden. Het is tweeëneenhalf uur rijden naar Fox Glacier, de geschatte aankomsttijd als alles meezit – maar een beetje marge inbouwen in wel verstandig – is rond het moment dat men weet of de guided tour op de gletsjer mogelijk door kan gaan, of geannuleerd wordt. Gezien de weersvoorspelling is de kans groot dat we 200 kilometer heen en dan weer 200 kilometer terug rijden voor niets. Vijf uur in de auto, rijdend over dezelfde weg die we gisteren een bijna saaie aaneenschakeling van vergezichten en uitzichten vonden die we allemaal elders al eens spannender hadden gezien.

Het weer blijft goed tijdens de heenreis naar Fox Glacier. We hadden verwacht ten minste deels in de regen te moeten rijden, maar in plaats daarvan zien we grote stukken blauwe lucht. Op die stukken van de route waar er een marginale hoeveelheid bereik is van het mobiele netwerk, controleert Marije de mail, de GetYourGuide (de app die we gebruikt hebben om deze excursie te boeken), en de website van Fox Glacier Guided Tours (de uitvoerder van de excursie) – zonder resultaat. Is geen nieuws goed nieuws?

Zelfs als we bij Franz Josef zijn, is er nog geen spatje regen gevallen. Maar tussen Franz Josef en Fox Glacier ligt nog een berg en dat kan een wereld van verschil betekenen. En inderdaad vallen hier de eerste druppels. Regen. Aan de ene kant en alhoewel dat dus niet hoeft te betekenen dat het ook aan de andere kant regent, is dat wel het geval. Regen is een groot woord, maar er hangen wolken boven de bergen, tussen de bergen. Wolken zijn slecht nieuws. In 2016 hebben we een poging gedaan om met de helicopter naar de Franz Josef gletsjer te vliegen, maar het werd een overigens geweldige guided tour door de gletsjer vallei, tot op het eerste ijs van de gletsjer onder een stralende zon en strak blauwe lucht – op een enkele wolk na die zich gedrapeerd had over de gletsjer en verhinderde dat er met helicopters op de gletsjer geland kon worden. Wolken zijn dus slecht nieuws.

Tot dan toe is er nog geen excursie doorgegaan, maar men had – en dus heeft, want de hoop blijft altijd leven hier – wel steeds de hoop dat het toch nog gaat lukken vandaag. Informatie van een weerdienst is veel en veel te grof, hier telt het microklimaat.

Eerst koffie dus. En dan een uur later, vlak voor de tijd dat de briefing begint wordt de beslissing genomen. De beslissing of een poging ondernomen wordt om de excursie te starten. Dan weten we inmiddels wel dat de excursie een uur voor die van ons als eerste van die dag daadwerkelijk van start is gegaan. Dat geeft hoop, maar geen enkele garantie.

De briefing stipt wat veiligheidsdingen aan, maar ook dat de kans is dat we niet terug kunnen keren – een standaard boodschap. Het weer kan immers snel omslaan en net zo last minute als de beslissing genomen wordt om de excursie door te laten gaan, kan er een last minute beslissing genomen moeten worden dat terugkeren geen mogelijkheid meer is. Geen nood, boven op de gletsjer zijn tentjes, slaapzakken en voedsel. Wel even je eigen medicijnen meenemen.

Dan: schoenen, overbroek, regenjas van de operator aan, alles in een rugzak van hen en in de bus naar de heli. Dat is dus nog geen garantie dat de excursie doorgaat. Wonder boven wonder is de lucht echter redelijk geklaard en het dal van de gletsjer is te zien. Dat is goed. De hele groep wordt in vijf vluchten, uitgevoerd door twee helicopters, in een minuut of 5 naar de gletsjer gevlogen – wij zitten in de laatste. Het is bijna niet te geloven, maar we stappen in, het geluid zwelt nog verder aan en we komen los van de grond. We zijn op weg.

Vliegen in een helicopter is een leuke ervaring – met een beetje kennis van zaken is er ook niets om bang voor te zijn. Het zijn simpelweg trillingsmachines, die ook een enorme bak herrie maken en een goede stoot wind produceren en daarbij – als een soort bonus – ook nog eens kunnen vliegen. Zo’n helicopter is ook klein. Een nietig puntje op de berg. Het gekke is dat als je er in zit, dan lijkt het alsof die enorme bergen bijna geraakt worden door de wieken. Dan komt ook de gletsjer in zicht. We lijken er recht op af te vliegen, tot je je afvraagt of die piloot nog iets gaat doen. Maar dan zie je de mensen die al overgezet zijn als een soort miniatuur mensjes op de gletsjer staan. De grootte van de gletsjer vertekent alles. Alles is groot, alle vormen en structuren die we zien – de mens is er niets bij, een nietige mier. En voor wie nu denkt: “guess who’s winning”, is niet eens de kwalificatie hork waard.

En zo, zo stonden wij daar bovenop een mastodont van een gletsjer, terwijl het feitelijk nog maar een relatief kleine gletsjer is. We staan bovenop ijs dat niet eeuwen en eeuwen geleden, maar slechts een vijftig jaar geleden als sneeuw hoog in de New Zealandse alpen, maar bijna op steenworp afstand hiervandaan naar beneden gevallen is. Het is overweldigend. Deze gletsjers van nu zijn niets in vergelijking met die uit de laatste ijstijd, maar nog steeds onbevattelijk immens. Alle beweging, ook al ‘stromen’ de gletsjers aan deze zijde van de alpen twee keer zo snel als die aan de andere kant, die dan weer dichter bij het gemiddelde van gletsjers zitten, is van een andere tijdschaal dan die waarin wij mensen opereren. En toch zijn er in de gletsjer dan ook weer verschillende stroomsnelheden, waardoor er grote scheuren, in langsrichting en dwarsrichting ontstaan, afhankelijk van het pad (bocht, respectievelijk hoogte verschil) van de gletsjer.

Het geluid van krakende ijzers, die we onder onze schoenen hebben gekregen en in het ijs priemen bij elke stap om ons houvast te geven, wordt overstemd door een geraas op enige afstand. Een rotsformatie in de wand van het gletsjer dal breekt spontaan af en stort zich naar beneden. Water sijpelt door de spleten in de rotsen, spoelt het schoon, bevriest in de winter en opent de scheur zo verder, zodat er meer water inloopt etcetera, tot de rots zich gewonnen geeft en naar beneden stort. Was de gletsjer nog groter geweest en had zij nog tegen de wand gedrukt, dan was de instabiliteit nooit ontstaan, maar in afwezigheid van de tonnen ijsdruk, veert de rots terug en openen zich scheuren. Na de rots afschuiving stijgt een stofwolk uit het dal op en passeert ons om verder langs de gletsjer te stijgen tot het uiteindelijk neer zal slaan op het ijs en het ijs zwart kleuren. Een soort jaarringen vormen zich zo. Later horen en deels zien we nog een afschuiving van rotsen en voelen dee trillingen door het massief van ijs trekken. De natuur kent grote krachten.

We lopen, met acht personen, achter de gids aan naar verschillende plekken: de dwarsscheuren in het ijs, die zich gevormd hebben, sculpturen die ontstaan zijn, heldere stroompjes, tot kleine riviertjes en watervallen van smeltwater dat zich een weg baant naar beneden, waar ze een bijdrage leveren aan de rivier die aan het verste uiteinde, uit de mond van de gletsjer zich een weg baant de vrije wereld in, op weg aar de zee. Ze vormen hun eigen valleien door het ijs, slijpen het glad, laten het diep blauw kleuren, verleggen hun stroom naar het hun belieft. De gletsjer lijkt een organisme, dat stroomt, dat bestaat uit water en waar water doorheen stroomt.

Op het hoogste punt, als het niet mogelijk is verder te klimmen zonder gereedschappen – en het dus echt ijsklimmen wordt – kijken we naar beneden, naar de punten waar we al geweest zijn en nog naar toe gaan en zien daar als nietige poppetjes de andere gidsen en deelnemers rondscharrelen. Alles is overweldigend groot. We kijken door het dal, richting de kust en zien de Tasman zee, waar de rivier die uit deze gletsjer stroomt uiteindelijk terecht komt.

En al die tijd schijnt de zon. De wolken lijken terzijde geschoven, houden zich hooguit op aan de bovenranden van de bergwanden van het gletsjer dal. Het is warm op het ijs – insmeren was misschien wel een idee geweest, maar wie denkt er aan de weersvoorspelling het enkel over regen heeft en de waarschuwing is dat het nat zal zijn boven. De groep die een uur voor ons vertrokken is, heeft ook in de regen op de gletsjer gelopen.

Na ruim twee uur en vijftien minuten op de gletsjer rondgelopen te hebben, keren we weer met de helicopter terug. We brengen nog een kort bezoek aan Lake Matheson, dat bekend staat om de reflecties van de bekende bergen (Mount Cook, Mount Tasman en een paar meer) in het water. Dan rijden we de pas over naar Franz Josef, eten er wat en rijden dezelfde rit terug naar Greymouth die we een dag eerder ook reden. Op de muziek na (Top 2000) is het vaak stil in de auto. Het warme avondlicht van de zon de vult de brede gletsjer vallei, laat de rivier die zich kabbelend een weg baant door het weelderige groen, diep blauw van kleur fonkelen terwijl wij in stille tevredenheid genieten van wat we vandaag meegemaakt hebben. Tien- tot vijftienduizend jaar geleden drukte een massieve ijsmassa op deze grond, schoof het bergen ter zijde, schraapte stenen los uit de bodem en stroomde met overweldigende kracht en traagheid richting de Tasman zee. In oostelijke richting liggen de restanten verscholen van deze mastodonten, geslonken tot voor de natuur marginale, maar voor de mens immense grootte. Wij hadden het geluk, het onbeschrijfelijke geluk dat de weergoden ons goed gezind waren (we gaan de staatsloterij ook winnen trouwens, kan niet anders) en dat wij bovenop die indrukwekkende ijsmassa mochten staan.

Als nabrander: het was net geen kilometer lopen op de gletsjer, maar die laatste tweeëneenhalve kilometer is ook gelukt, dus de badge is ook binnen. En ik heb er geen meter voor in de regen hoeven lopen.