De Franse vlag wiegt zachtjes heen en weer op het lichte briesje dat een aangename verkoeling brengt. Glinsterend onder de felle zon kleurt het water groen blauw, de kleine golfjes, nu en dan verstoord door een motorboot of jetski, fonkelen; huizen, die waarschijnlijk enkel in de zomer bewoond zijn door mensen met geld zoveel als het kabbelende water in de baai, liggen verspreid tussen de bomen van de heuvels, die verderop, verstoken van menselijke aanwezigheid geelgroen kleuren door het gras, met her en der donker groene inheemse bomen die met hun wortels de kostbare mineralen voor een vruchtbare grond vasthouden en behoeden voor een neergang in de zee.
Een lome zomerdag in Januari, met op de achtergrond het geluid van op het strand spelende kinderen, langzaam voorbijglijdende auto’s en andere menselijke activiteiten die horen bij een kleine stad. Dat is Akaroa nu, normaal is het een stilgevallen dorp met nog geen duizend inwoners.
Vanochtend, toen alleen de zon nog leek te zijn ontwaakt, liepen we over de uitgestorven kade richting het strandje vanwaar we per kayak het ruime sop zouden kiezen. Kayakken op zee, op de Pacific, is een groot woord voor met een kayak langs de kust varen van de baai van Akaroa en Wanui, gevormd door de voormalige vulkaankrater, die een open verbinding heeft met de oceaan. Op enkele momenten is er een zekere vorm van golfslag, omdat ook de wind uit de nacht ontwaakt is. We zijn met een groep, onder leiding van een gids en vertrekken rond haf acht in de ochtend. Kayakken komt met vele gevaren, die we accepteren door het zetten van een handtekening als betrof het de algemene voorwaarden van een aankoop via internet, en naast verdrinken is een niet-genoemd gevaar het zelfde gevaar dat men loopt bij het in elkaar zetten van een IKEA kast. Nu hebben we al regelmatig samen dingen van de IKEA in elkaar gesleuteld, dus zorgt ook het kayakken voor geen enkel probleem en geschiedt het in een soort van natuurlijke harmonie, die wellicht niet in de meest efficiënte voortgang van de kayak resulteert, maar ons niet tot kansloze achterblijvers maakt, edoch juist op voortreffelijke wijze samensmelt met de algehele relaxte sfeer van de gehele excursie. Het kan natuurlijk ook zijn dat we nog niet helemaal op gang zijn gekomen, want de wekker ging wel erg vroeg vandaag.
Wat weetjes hier en daar, wat mooie, tot op zekere hoogte bijzondere vogels; ergens is het allemaal niet adembenemend spectaculair, wat ook niet zo zou passen. Het is een rustig genieten van de omgeving; mossels zijn misschien niet zo heel bijzonder, maar met de kayak rustig laverend tussen twee rotsen bezaaid met mosselen, is gewoon domweg een mooi plaatje. En hoevaak peddel je een grot in, om zomaar iets te noemen? De gids is goed, laveert makkelijk tussen de groep door, vertelt leuke dingen van de omgeving en van de dieren die hier leven en maakt ook met iedereen wel een praatje. De rust op het water, de warme, maar nog niet brandende zon en het warme licht ervan, maken dit een meer dan uitstekende activiteit voor de vroege ochtend.
Akaroa is deels Frans, deel Engels, maar uiteraard waren de Maori hier eerst. En die waren niet dom. De Franse walvisvaarders kwamen als eerste Europeanen hier en vonden niet alleen de rustige beschutting van de baai prettig, maar hadden daarnaast wel interesse om ook aan land activiteiten te ontplooien. De Maori zagen een mooie kans om wat te verdienen en verkochten een stukje van de grond die hun voorvaderen voor niets van de natuur gekregen hadden. De Fransen gingen echter op een gegeven moment weer weg, waarna de Engelsen kwamen. Die waren ook wel geïnteresseerd om meer te doen dan op het water dobberen en daar hadden de Maori wel een antwoord op: een al deels ontwikkeld stukje grond wilden ze wel aan de Engelsen verkopen, waarop ze voor de tweede maal incasseerden voor hetzelfde stukje grond. Het zouden Nederlanders kunnen zijn geweest – beter Hollanders; er is natuurlijk een duidelijk onderscheid tussen Nederlanders en Hollander. Toen de Fransen terugkwamen en zagen dat de Britten hun stukje land hadden ingepikt, of rechtmatig waren opgelicht – net hoe je het bekijkt – werd het geen oorlog, maar werd er met elkaar gepraat. Goede tip voor het oplossen van problemen: praat met elkaar. Nu is er dus een Frans deel (Wanui) aan de ene kant van de baai en een Brits deel (Akaroa) aan de andere kant. Wij zitten dus in Akaroa, het Britse deel, aan de Rue de Jolie – zoals de meeste straatnamen hier Frans lijken te zijn – uitkijkend op een Franse vlag – en die staat echt niet aan de overzijde van de baai – en een typische Franse lantaarnpaal.
Tweeëneenhalf uur op het water, alles bij elkaar drie uur bezig en nog is het maar net tijd voor koffie. Vroeg opstaan heeft ook zeker zijn voordelen. Praktisch gezien omdat we nog even een was willen draaien, maar verder genieten we van koffie, toast met avocado, het tweede boek van Pieter Waterdrinker dat ik mee heb en zo meer van die dingen die je op een lome zomerdag doet. Het is fijn om de tijd te hebben ook wat te lanterfanten, rustig de wereld om je heen in je op te nemen zonder bezig te zijn met ergens al dan niet op tijd te komen omdat een bestemming bereikt moet worden of een activiteit gedaan moet worden. We doen veel, de eerst 100,000 stappen van het jaar 2024 zijn alweer binnen, maar soms doen we ook heerlijk weinig. Onze agenda’s zeggen uiteindelijk ook dat het vakantie is.
Dat gezegd hebbende: er staat vandaag wel een afspraak in onze agenda. Omstreek vier uur dienen we ons te melden bij Akaroa Craft Distillery. Als het gaat om een gedistilleerde drank die zowel Marije als mij kan bekoren, dan weet de goede verstaander al dat we hier gin gaan drinken. Proeven, is een beter woord. Een plankje snacks (waaronder een overheerlijke stukje zalm) en een proefplankje met vijf glaasjes gin, waar we zelf wat tonic bij kunnen mengen. Of we ook culturele gaan doen is ons gevraagd voor ons vertrek. Met name het Zuider Eiland van New Zealand gaat eigenlijk vooral over landschap, natuur en buitenactiviteiten, maar laten we dan het proeven van gins maar tot het culturele deel van onze reis verheffen. Net als het vergelijken van verschillende kunstwerken kan het smaken palette van de ene gin afgezet worden tegen dat van een andere gin. Als afsluiter nemen we dan een gin-tonic/cocktail met de favoriete gin van elk van ons beiden. Een uitstekende activiteit voor een warme zomerdag, want de zon is niet minder gaan branden en de temperatuur is gestegen tot een waarde boven die van gisteren. Daarbij zijn we ook sociaal bezig, door het voeren van een gesprek met een aardig stel New Zealanders (17 jaar geleden geïmporteerde Britten). Zoiets begint altijd, dit keer van hun kant, met “wat zij heeft ziet er wel erg goed uit”, zoals Marije de diep, ondoorzichtig roze rosé wijn bij Heaphy spotte op een andere tafel.
Het is bijna zinderend warm als we terug wandelen met de eerste buit: een fles Akaroa French Farmer gin, spiced with walnut and honey, om terug in Nederland te kunnen blijven genieten van dit prachtige land. Herinneringen aan dit land, los van de vele foto’s, waar Marije al een deel via Polarsteps gedeeld heeft, zijn niet alleen leuk maar ook naar alle waarschijnlijk broodnodig om de overgang naar de kou en de duisternis die nu nog over Nederland heersen te kunnen bolwerken zodra we weer voet op Nederlandse bodem hebben gezet.
Overigens heb ik mij licht gesneden aan een mes dat in de la lag – terwijl ik een ander mes pakte kwam de nagelriem van mijn rechterwijsvinger tegen het kennelijk redelijk scherpe blad van het eerste mes. Zoiets is snel verholpen met een pleister, maar deze haal ik er vanavond maar niet af, tenzij ik al horizontaal op mijn bed lig.